
Vlaams Parlementslid

Veel meer kans op diploma hoger onderwijs als je thuis Nederlands spreekt
De slaagkansen van studenten in het hoger onderwijs die thuis geen Nederlands spreken, liggen een stuk lager dan bij degenen die thuis wel Nederlands spreken. Dat blijkt uit cijfers van onderwijsminister Zuhal Demir (N-VA). “Bovendien is de groep die thuis geen Nederlands spreekt sinds 2014 meer dan verdubbeld”, zegt Vlaams Parlementslid Tom Seurs (N-VA).
Tom Seurs (N-VA), burgemeester van As en leerkracht, was tot aan de parlementsverkiezingen van vorig jaar voorzitter van UAHL, de universitaire associatie van het hoger onderwijs in Limburg. In die associatie zit naast de UHasselt ook de PXL. Seurs hield het mandaat maar een goed jaar vast, want hij viel in voor Hendrik Verbrugge en stopte zelf na zijn verkiezing in juni omdat N-VA dat soort cumul niet wil. In elk geval, Seurs heeft wel een jaartje ervaring in het hoger onderwijs en intussen zit hij in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement. Daar heeft hij aan zijn partijgenote Zuhal Demir gevraagd naar de slaagkansen van leerlingen die thuis geen Nederlands spreken.
Die zijn laag, zo blijkt. “Van de studenten die thuis geen Nederlands spreken, heeft in de periode tussen 2014 en 2022 gemiddeld 40 procent een studiebewijs haalt, terwijl dat bij de studenten die thuis wel Nederlands spreken 60 procent is”, zegt Seurs.
Bovendien is de groep die thuis geen Nederlands spreekt ook sterk gegroeid. “Sinds 2014 is die groep meer dan verdubbeld”, zegt Seurs. “Terwijl in het academiejaar 2014-2015 naar schatting 11.620 van de 223.817 ingeschreven studenten (of 5,2 procent) thuis geen Nederlands spraken, ligt dat cijfer in het academiejaar 2022-2023 al op 28.098 van de 269.804 studenten (of 10,4 procent). Aan de Limburgse hogescholen en universiteit zien we hetzelfde patroon. Vermoedelijk liggen de aantallen nog hoger, aangezien de thuistaal voor een grote groep studenten onbekend is.”
Uitgesplitst per onderwijsinstelling zijn er in Limburg weinig verschillen. In 2023-2024 sprak 11,6 procent van de studenten aan de PXL thuis geen Nederlands, aan de UHasselt was dat 9,9 procent en aan de Limburgse vestiging van UCLL 9,3 procent.
Mijngemeenten
Tom Seurs wil met die cijfers nog eens hameren op de dada van onderwijsminister Demir, namelijk dat een goede kennis van het Nederlands noodzakelijk is. Hij wijst ook naar de verantwoordelijkheid van de ouders. “Er zijn nog altijd te veel ouders die geen of niet goed Nederlands spreken. Minstens een van de ouders moet het Nederlands goed beheersen zodat hun kinderen meer slaagkansen krijgen.”
In Limburg zijn het vooral de voormalige mijngemeenten waar bij gezinnen thuis geen Nederlands wordt gesproken. In Genk, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren is dat het geval voor ongeveer één op de drie leerlingen in het basisonderwijs. Erg hoge cijfers, zeker omdat het vaak niet over nieuwkomers gaat, maar over mensen die hier al generaties wonen.
Internationaal onderzoek
De thuistaal van leerlingen lokt sinds jaar en dag zowel politieke als academische discussies uit. Professor Pedagogische Wetenschappen Orhan Agirdag (KU Leuven) is een van de belangrijkste stemmen in dat debat. Hij verwijst steevast naar wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat meertaligheid voordelen biedt. Als je goed bent in één taal, helpt je dat in een andere taal. Thuis geen Nederlands spreken, hoeft dus geen belemmering te zijn voor het leren van het Nederlands. Maar dan moet het onderwijs wel goed zijn, onderstreept Agirdag telkens opnieuw.
N-VA ziet dat totaal anders. De Vlaams-nationalisten gaan ervan uit dat een andere thuistaal dan Nederlands net een van de problemen is voor de kwaliteit van ons onderwijs en hebben in het Vlaamse regeerakkoord laten opnemen dat minstens één ouder Nederlands moet leren, anders verliezen ze de schoolbonus voor al hun kinderen. Ook onderwijsexpert Dirk Van Damme, voormalig diensthoofd bij de OESO, leidt uit internationaal PISA- en PIRLS-onderzoek af dat een vreemde thuistaal kinderen met een handicap opzadelt. In een eerder interview met Het Belang van Limburg merkte hij op dat gezinnen met een migratieachtergrond in Vlaanderen veel meer dan in andere landen thuis niet de instructietaal spreken. “De school moet dat compenseren, een moeilijk proces”, zei Van Damme.
Taalscreening
Voor PXL-directeur Ben Lambrechts zijn de lagere slaagkansen voor wie thuis geen Nederlands spreekt geen verrassing. “Het is dan ook belangrijk om snel eventuele tekorten op te sporen en weg te werken”, zegt hij. Bij de inschrijving worden studenten getest op onder meer hun taalvaardigheid. Ze kunnen die via speciale cursussen bijspijkeren.
Ook aan UCLL worden studenten na een taalscreening meteen bij hun nekvel gepakt. “We voorzien naast studiecoaches ook taalcoaches”, zegt directeur Marc Vandewalle. Verder is er ook een speciaal programma voor studenten die als eerste uit een gezin hoger onderwijs volgen.
Taalrijke thuistaal
Maar taalvaardigheid moet al veel eerder worden aangepakt. Daarom geeft Karen Reekmans, onderzoekshoofd onderwijswijsinnovatie aan de PXL, aan zowel basis- als secundaire scholen praktische tips. “Het is zeer belangrijk om leerlingen veel spreekkansen te geven”, legt ze uit. “Dus veel interactie met kinderen, veel taaltips, veel feedback. Kinderen die thuis taalrijke gesprekken voeren, bouwen een voorsprong op. Dan maakt het niet veel uit of je thuis Nederlands spreekt of niet. Ik ken een onderzoeker die thuis Spaans spreekt met zijn dochter. Wel, zij is nu de beste van de klas voor Nederlands. Dat Nederlands heeft ze in minder dan een jaar geleerd. Maar ouders die bezig zijn met overleven, maken geen tijd voor rijke gesprekken met hun kind.”
Niet alleen aan taal moet worden gewerkt, ook aan de attitude over taal. “We moeten aan jongeren duidelijk maken dat standaardtaal echt belangrijk is”, zegt Reekmans. “Want vaak zijn ze al tevreden met tussentaal.”
Uit het Belang van Limburg, 10 februari 2025, door Liliana Casagrande
